Wanneer stap je met een kwaal naar de huisarts? De ene persoon gaat liever te vaak, terwijl een ander het bezoek zo lang mogelijk uitstelt. Voor beide stijlen valt iets te zeggen. Vanuit de huisartspraktijk bezien betekent dit wel dat er altijd mensen zijn die bovengemiddeld vaak komen. Wat voor patiënten zijn dit en hoe wordt de zorg voor hen meer op maat? Dat zoekt Raedelijn uit met het gezondheidscentrum Mariahoek in Utrecht.
Weinig overeenkomsten tussen patiënten
Op basis van een geanonimiseerde lijst patiënten heeft Raedelijn gekeken aan welke patiënten in de praktijk het meeste tijd werd besteed in een jaar. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen is hierbij de tijd van de huisartsen, de praktijkondersteuners en de assistenten bij elkaar opgeteld. Uit de analyse bleek dat een aantal patiënten een aanzienlijke hoeveelheid tijd vergt: met 56 patiënten is de praktijk méér dan acht uur per jaar mee bezig. Met één patiënt bleek dat zelfs meer dan twee volle werkdagen per jaar te zijn.
Een verdiepende data-analyse wees uit dat er relatief weinig overeenkomsten tussen deze patiënten zijn. Daarom was een goede vervolgstap om deze patiënten met de huisartsen te bespreken.
Herkenning en verbazing bij huisartsen
Het gesprek met de huisartsen over deze patiënten was op meerdere facetten verhelderend. De huisartsen herkenden het grootste deel van de patiënten, maar waren soms ook verbaasd om een aantal patiënten juist níét meer in de huisartspraktijk aan te treffen: “Blijkbaar heeft mijn inzet van het jaar hiervoor zijn vruchten afgeworpen!”
De 56 patiënten waren op te delen in twee groepen. Van de eerste groep werd het logisch gevonden dat ze vaak kwamen. Voor de tweede groep lijkt het echter wenselijk om een andere aanpak te kiezen.
Vervolg
De huisartsen hebben hiervoor concrete ideeën die ze de komende tijd gaan toepassen. Over een half jaar gaan we in een nieuwe analyse kijken of deze aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen.