In de wijk Overvecht in Utrecht doen we veel ervaring op met de samenwerking met moeders van heel jonge kinderen. Zo spreken we hen bijvoorbeeld over Kansrijke Start en ook over andere programma’s rond jonge kinderen. En we leren veel van hen. Wat dat precies is en hoe we dat doen, vertelt adviseur Els Bremer graag.
Els: “We praten vaak met een groep jonge moeders uit Overvecht. Vragen die we stellen zijn bijvoorbeeld: wat heb jij nodig als je een baby krijgt? Of wat had je voorheen nodig gehad? Wij kunnen daar vanuit ons perspectief wel een beeld over hebben, maar in die gesprekken merken we dat inwoners soms heel anders kijken.
Zo blijkt in Overvecht dat moeders vertellen over eenzaamheid, over niet begrijpen wat de zorgverlener bedoelt, over wantrouwen naar hulpverlening of gemeente, en over lange wachttijden voor kinderopvang en voorscholen. Door die lange wachttijd worden vaak cruciale fases in de ontwikkeling gemist: een kindje dat geen Nederlands spreekt, niet in aanmerking komt voor kinderopvang en pas op ruim 3-jarige leeftijd naar de voorschool kan. Daar maken ouders zich zorgen over.“
Inzicht en luisteren
“De inzichten die we uit de gesprekken met de moeders halen, scherpen ons, andere professionals en beleidsadviseurs aan. Het helpt een zorgverlener of een beleidsmaker bijvoorbeeld wanneer ze zo’n gesprek voeren buiten hun directe zorgverlenersrol en -beleidsrol. Omdat ze dan wat langer mogen luisteren dan de tien minuten van een consult bijvoorbeeld en kunnen ze als het ware in de situatie van de moeder kruipen.
Via spiegelgesprekken, dialoogsessies en gezamenlijke project-overleggen oefenen we dit luisteren samen met professionals in Utrecht. Dat maakt veel indruk. En dit zorgt er ook voor dat we interventies veel beter kunnen richten op de noodzakelijke uitkomsten. Zoals: opbouwen van een vertrouwensrelatie. Want zonder vertrouwen zullen ouders in een zeer kwetsbare situatie de professionele adviezen niet kunnen opvolgen.”
Enkele inzichten van jonge moeders voor een kansrijke start van hun kinderen:
- “Taal en communicatie zijn het allerbelangrijkste. Als we ons kunnen uitdrukken en als we alles kunnen begrijpen, kunnen we beter zorgen voor onze kinderen.”
- “Maak een duidelijk informatiepunt in de wijk, waar we gehoord worden, alle vragen kunnen stellen en kunnen doorpraten. “
- “Geef sleutelpersonen een duidelijke positie: moeders die al meer weten, die een netwerk hebben, die kunnen leiden naar voorzieningen. Leidt deze moeders op.”
- “Als wij als moeders ons kunnen ontwikkelen komt dat direct ten goede aan onze kinderen. Beschikbare kinderopvang is daarin een sleutel.”
Els: "Raedelijn richt de ontmoetingsmomenten en gesprekstafels in, waarmee professionals én beleidsadviseurs samen met de ouders in gesprek zijn. Vanuit een onafhankelijke positie observeren we de gesprekken en vatten de uitkomsten samen. En we begeleiden de vervolgstappen. Ook hier weer in cocreatie. Want het grotere effect bereiken op een kansrijke start kan alleen samen met ouders."