Op 8 oktober vond de inspiratiesessie over reablement plaats in Bunnik. Meer dan 130 genodigden, waaronder inwoners, professionals, management, bestuurders en wethouders van eerstelijnszorg en gemeenten en sociaal domein, hadden zich aangemeld en hebben meegedacht én gedroomd over hoe reablement een stevige plek in de regio kan krijgen. We hebben een korte video-impressie én een verslag voor je gemaakt van deze geslaagde middag.
De burger is meester van zijn eigen leven!
De inspiratiemiddag werd ingeleid door een lezing van Rudi Westendorp, oud hoogleraar ouderengeneeskunde en directeur van Reable Nederland. Zijn hamvraag: ‘Hoe kunnen hulpverleners ouderen helpen hun eigen leven te leiden. ‘Hoe wordt de burger meester van zijn eigen leven?’ Rudi gaf daar een drietal regels voor.
- Neem niet over wat ik zélf kan
- Help mij te herwinnen wat ik niet meer kan
- Laten we samen zorgen voor een oplossing voor dat wat overblijft
‘Ieder mens heeft recht op zijn eigen ellende’
Ook gaf hij de deelnemers diverse eyeopeners. Een daarvan was dat mensen recht hebben op hun eigen ellende. Zorgverleners en de omgeving schieten vaak te snel in een hulpgeef-stand. Dat is niet nodig en soms helemaal niet wenselijk. Een voorbeeld daarvan is dat eenzaamheid vaak opgepakt wordt door degene die dat observeert. Niet door de eenzame persoon zelf. Hulp voor eenzaamheid is dan ook niet altijd nodig en wordt wel gegeven. Of er wordt gekookt voor iemand die dat eigenlijk nog heel graag zelf wil doen. Aangepast, ondersteund, of op een andere manier kán doen. Het gaat erom dat je hulp en zorg biedt die door de oudere zelf wordt gevraagd. Je moet als zorggever als het ware door de ogen van de zorgvrager heen kijken. Wat wil hij of zij? Daar kom je alleen achter door vragen te stellen en in gesprek te gaan. En op deze manier hou je de mens langer zelfredzaam en onafhankelijk. Deze manier van zorg geven vanuit het perspectief van de oudere, bestaat al wel, maar komt nog niet overal goed van de grond. Het is een transformatie die we met elkaar moeten gaan doormaken.
De vijf gedragsregels voor goede hulpverlening
Aan het einde van zijn lezing deelde Rudi Westendorp handige pocketkaartjes uit met daarop vijf gedragsregels voor goede hulpverlening. ‘Op dit kaartje ga ik vaak even spieken’, was een van de reacties uit de zaal.
Regel 1: Ga uit van de persoonlijke situatie van de hulpvrager
Regel 2: Kijk door de ogen van de hulpvrager
Regel 3: Zorg kan niet aan hulpvrager worden opgelegd
Regel 4: De hulpvrager kan zorg niet afdwingen
Regel 5: De hulpvrager heeft de regie
De workshops
Met de inhoud van de lezing in gedachte, startte de tweede helft van de inspiratiemiddag: de workshops inventariseren en de workshop dromen over reablement. Wat doe jij hier al mee? Wat zou je zelf (nog meer) kunnen en willen doen? Wat heb jij nodig daarvoor? En hoe pakken we dit gezamenlijk aan? Deze en andere vragen stonden centraal. Het was een geslaagde middag!